De afgelopen weken kwamen spermadonatie en donorinseminatieprogramma’s negatief in het nieuws. In het bijzonder ging het over één donor die betrokken bleek bij 52 zwangerschappen, en bovendien drager is van een genetische afwijking die mogelijk het risico op kanker verhoogt. Deze situatie heeft terecht tot maatschappelijke onrust geleid en werpt vragen op over het huidige systeem en de controlemechanismen.
Toch dreigt hierdoor het bredere en vooral positieve verhaal van donorinseminatie ondergesneeuwd te raken. Het is belangrijk om ook deze kant van het verhaal te belichten.
Donorinseminatie biedt al decennialang een uitweg aan mensen met een kinderwens voor wie natuurlijke conceptie geen optie is. Alleenstaande vrouwen, lesbische koppels en heterokoppels waarbij de man onvruchtbaar is (bijvoorbeeld door azoöspermie), krijgen via deze weg toch de kans op een kind. Het gaat intussen om duizenden succesvolle zwangerschappen. Zovele vrouwen konden op deze manier hun kinderwens vervullen en het moederschap ervaren.
Bovendien leveren deze geboortes een niet te onderschatten bijdrage aan onze demografische balans. In een land waar het gemiddeld aantal kinderen per vrouw onder de 1,4 ligt – ver onder de noodzakelijke 2,1 om vergrijzing tegen te gaan – spelen alleenstaande moeders en lesbische koppels die gebruikmaken van donorinseminatie een reële rol in het op peil houden van de geboortecijfers. Zonder hen zou de situatie nog zorgwekkender zijn.
De recente situatie waarbij één donor meer dan het wettelijk toegestane aantal vrouwen zwanger maakte, én genetische risico’s bleek te dragen, is uiteraard ernstig. Elke fout in dit uiterst gevoelige domein is er één te veel. Tegelijk is het belangrijk om dit incident in perspectief te plaatsen. De betrokken vrouwen kunnen nauwlettend worden opgevolgd. Vroege detectie van eventuele gezondheidsrisico’s is vandaag de norm, en net daarin ligt de kracht van de moderne geneeskunde. De kans dat er daadwerkelijk ernstige gevolgen ontstaan – zoals inteelt of onbehandelbare ziekte – blijft uiterst klein.
Belangrijk om te benadrukken is dat de medische en genetische screening van spermadonoren vandaag veel strenger is dan bij koppels die via natuurlijke weg kinderen krijgen. In die zin is het risico op genetische afwijkingen bij donorinseminatie zelfs kleiner dan bij een spontane zwangerschap. Laat één incident het vertrouwen in een waardevol en maatschappelijk relevant programma niet ondermijnen. Voor duizenden gezinnen betekent donorinseminatie hoop, kansen en nieuw leven. Die positieve realiteit verdient minstens evenveel aandacht.
Dr. Wim Decleer
Diensthoofd van een van de grootste IVF-centra in België